Bij je lurven

De keukenmedewerker die ik laatst ging pitjitten vroeg me waar ze dan zitten, die lurven. Hij dacht ergens bij je lendenen; ik weet niet beter dan dat ze bij je schouders zitten. Die je zo lekker kunt beetpakken – als ze loszitten tenminste. Bij veel mensen zitten ze goed vast, want we nemen vaak veel te veel op onze schouders. In zo’n geval moet je ze dus even flink pakken, die lurven.

Eerst even goed warm maken, voorzichtig losschudden, om ze dan allengs steeds steviger te kunnen beetpakken. De lekker geleidende olie die ook nog lekker geurt, op mijn warme handen, naar kruidnagel bijvoorbeeld, gemengd met wat kayu putih, dringt ook fijn door in de huid en hiermee masseren helpt gespannen, pijnlijke spieren te ontspannen.

Kortom: een goed potje pitjit op de (keuken)werkvloer! Want wie anders dan afwassers, chefs, en ander horecapersoneel verdient het om eens goed gepitjit worden? Lekker bij de lurven gepakt worden kan dus ook gewoon in de keuken, hoewel het pas echt ontspannen is op een fijne massagetafel. Of liggend op een zachte mat op de grond. Maar dat doen we dan maar beter niet op de keukenvloer tussen de uienschillen, daar zoeken we even ergens anders een warme en rustige ruimte voor. De kruiden die ik verwerk in mijn massage olie haal ik trouwens gewoon uit mijn Indokeuken.

Het was na die pitjit in de keuken overigens nog spannend, want bijna was de tempeh te lang gefrituurd en verdween de massage olie met kaja putih in de rendang. Geintje. Maar daarna kon onze horecaheld weer met ontspannen schouders hakken en bakken en roeren en afwassen.